Opbouw
1. Herken een werkwoord
2. Herken de persoonvorm
3. Herken het onderwerp
4. Persoonvorm in de tegenwoordige tijd
- Werkwoorden met een -d
- Werkwoorden met een -t
5. Persoonvorm in de verleden tijd
- Werkwoorden met een -d
- Werkwoorden met een -t
6. Voltooid deelwoord
7. Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt
8. Spelling Engelse werkwoorden
Alles door elkaar