De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken:
jagers en boeren
Grieken en Romeinen
monniken en ridders
steden en staten
ontdekkers en hervormers
regenten en vorsten
pruiken en revoluties
burgers en stoommachines
wereldoorlogen en holocaust
televisie en computer.
De vensters van de canon van Nederland dienen als uitgangspunt ter illustratie van de tijdvakken.
Verspreiding van de Grieks-Romeinse cultuur en de confrontatie met de Germaanse cultuur.
Grieks-Romeinse cultuur
Je herkent en benoemt voorbeelden van de Grieks- Romeinse cultuur zoals de Grieks-Romaanse bouwkunst en beeldhouwkunst.
Je herkent en benoemt de uitwisseling tussen de Grieks-Romeinse Cultuur met de Germaanse cultuur.
Grieks-Romeinse en Germaanse cultuur
Je herkent voorbeelden van de uitwisseling van de Grieks-Romeinse en Germaanse cultuur.
Je kunt voorbeelden noemen van confrontatie tussen de Grieks-Romeinse / Germaamse cultuur.
Het christendom in het Romeinse Rijk
Je beschrijft hoe het christendom ontstond.
Je beschrijft de ontwikkeling van het christendom in het Romeinse Rijk.
Denk aan:
Het leven van Jezus Christus.
Het schrift (Bijbel: Oude en Nieuwe Testament)
Gebedshuizen (kerken)
Leefregels (10 geboden)
Functie van parabels.
Feestdagen (kerstmis, pasen, hemelvaart, pinksteren)